- 2 zakken potgrond
- handschoenen voor in de tuin te werken
- 2 gietertjes
- 3 schopjes
- 2 paar botten (kleine en grote botten)
- zaadjes (van radijsjes, tuinkers, zonnebloemen, bonen, tomaten, ...) EN bloembollen
- narcissen (gele en witte)
- speelgoed voor in de zandbak.
Ruiken aan de narcissen, heerlijke geur!
Bij sommige kleuters was er stuifmeel op hun neusje!
Dat vonden ze heel grappig!
In deze week hebben we ook een experiment gedaan...
We hebben in een fles 4 verschillende zaadjes gepland. Aan elke kant 1 soort.
Elke dag hebben we ze vergeleken.
Uit welk zaadje komt er het eerste iets uit?
Op dag 4 was dit het resultaat:
Op dag 2 leerden we een versje. (dit hadden we nodig voor het 'leren zaaien')
Na het aanleren van het versje konden we echt pas aan het werk!
of toch een beetje oefenen.
Na al het oefenen waren we klaar om onze eerste potjes te vullen.
Hierbij hielp het boek van Jules ons ook.
We beginnen met d het vullen van onze potjes met de speciale aarde: potgrond.
Alle potjes gevuld, klaar voor de zaadjes te strooien.
(hier was geen kuiltje voor nodig)
(hier was geen kuiltje voor nodig)
Na de zaadjes, moesten we enkel nog water sproeien en dan de zon haar werk laten doen...
We hebben ook iets geknutseld in de klas:
inkleuren van een prent
uitprikken van de bloemblaadjes
schilderen van de kroontjes van de bloem
En als resultaat:
Een narcis in een potje met tuinkers!
Ons tweede zaad-moment:
Kuiltje maken
zaadje erin
kuiltje dicht maken en water sproeien.
Maar de mama's en papa's moeten weten wat er uit hun potje zou komen... daarom een klein steekbriefje erbij.
